Mevrouw
Zomer-Winter was haar naam, eigenlijk heette ze Jasmijn Winter. Toen
ze met Freek Zomer trouwde, voegden de seizoenen zich samen.
Dit
even terzijde.
Jasmijn's
beste vriendin was sinds haar geboorte Willemijn Druiventak. Ze waren
buurmeisjes van het eerste uur; eerst werd Willemijntje geboren in
oktober en Jasmijntje precies twee jaar later op dezelfde dag.
Jasmijn noemde Willemijn, Rozijntje toen ze klein was en dat is zo
gebleven.
Vriendinnen
door dik-en dun, en bij -dik- lag een zomers probleempje momenteel.
Rozijn
had kleine grijze kroeskrulletjes en haar creoolse billen schudden
meer dan ooit. Jasmijn kon je rondborstig volslank noemen maar toch,
die zomerjurk paste niet meer.
'We
worden te dik, Rozijn,' zei Jasmijn op een dag. En zo werd het
serieuze plan, -Rozijn en Jasmijn doen aan de lijn- geboren.
Op
een hongerdieet wilden ze niet, maar wel bewegen met een doel,
namelijk de elegante zomerjurk weer aan te kunnen.
Toen
's avonds Jasmijn in de krant las over het buitenbad in de buurt
zonder chloordampen, belde ze direct Rozijn. 'Geweldig,' schalde
Rozijn door de telefoon, 'doen toch?'
Ze
gingen eerst polshoogte nemen, om te kijken of er geen vreemde types
rondliepen, want daar hadden ze geen zin in.
Het
was een schoon zwembad, precies zoals ze in gedachten hadden.
Het
seizoensbad opende de poort in het voorjaar en sloot in het najaar,
dan werd het te fris aan de kuiten. Dat vonden de dames niet erg,
tenslotte smaakten de koekjes beter in het najaar. En dan lag de
zomerjurk weer in de kast.
Zo
kwam het, dat ze iedere dinsdagmorgen om acht uur op de fiets zaten,
richting zwembad. Jasmijn haalde Rozijn op en dan was het nog 15
minuten doorfietsen terwijl vogeltjes kwetterenden in de vroege
zomermorgen.
In
hun fietstas zat de zwemtas, met de roze handdoek die ze samen bij
Zeeman hadden gekocht en, niet te vergeten, de plastic zak voor het
natte badpak anders werd de tas zo nat.
De
fietsen werden tegen het hek neergezet, dubbel op slot.
Samen
omkleden in het hok en klaar voor de start!
Ze
sprongen er gelijk in, dan was je er direct door, was hun strategie.
De
zomerbries blies de extra golven in het bad. Het zonnetje scheen haar
fluwelen stralen op de gebloemde badmutsen en het frisse water
klotste tegen hun gevulde lijven gedurende 10 banen schoolslag.
Zonder
zorgen, zonder koekje was het zomaar zomer.