woensdag 23 november 2011

HEMA

Ik was vandaag in de HEMA. En ging er een rookworst kopen, een magere, dat scheelt weer wat vet op de heupen. Er is geen rookworst lekkerder dan in de HEMA, vind ik.
Vroeger kocht ik mijn BH ook in de HEMA of ondergoed. Handdoeken, koffiefilters, dat soort dingen.
En heel vroeger kocht ik er knoopjes en roomboterkoekjes, los uit een bak en je kon ze uitkiezen, die koekjes. Ik wilde dan een half pond. 
Knoopjes en koekjes vind je er niet meer los. Alles zit nu in een pakje.
Langzamerhand waren er steeds meer dingen te koop in de HEMA. 
Het is leuk in de HEMA.
De tompouce van de HEMA, mmmmmmm, zo lekker!
Dat is pas echt HEMA, net zo als de reclameboodschap luidt.
De letters HEMA, een acroniem zoals dat zo mooi heet, staan voor Hollandse Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam. Het is maar dat je het weet en ik weet het al jaren. Ik houd van acroniemen en onthoud graag de betekenissen ervan.
Zo heeft iedereen een tic.
Ik heb er meer, maar dat doet er even niet toe.
Maar goed. 
Vandaag pak ik dus die worst van het hangertje, kijk nog of die mager is, door op het etiketje te kijken en wat zie ik?
Mandarijnen.
Er liggen mandarijnen in een bak, vlakbij de worsten.
En melk staat er ook nog.
Mandarijnen in een netje in de HEMA!
Ik ben verbijsterd. 
Totaal van slag ga ik naar de kassa en de volgende schok dient zich aan.
Bloemen staan daar, tulpen en rozen, geloof ik, ik kon er niet naar kijken, zo erg vond ik het.
Bloemen in de HEMA, dat kan toch niet!
Als ik daarna ook nog boeken in een rek zie, ben ik totaal van de rel.
De HEMA heeft zijn vertrouwde gevoel in mij helemaal verknald.
Ik ben in de war en tja, ik weet ook wel dat je onderbroeken bij AH kan kopen en mandarijnen, maar op een of andere manier is AH niet de HEMA.
Ik vind het helemaal niets dat melk, mandarijnen en bloemen, boeken in mijn HEMA te koop zijn.
Weg ermee!
Mijn HEMA is veranderd in een korte tijd.
En veranderingen geven weerstand, dat weet ik ook.
Maar het is meer dan dat.
De HEMA is de HEMA.
Misschien hebben ze morgen wel boerenkool en prei naast de onderbroeken liggen, weet jij veel.
Of zoiets.
Fietsen hebben ze ook al in de etalage.
De pin-automaat ernaast en vlakbij de petjes en handschoenen of in de zomer de badpakken.
Mijn HEMA.
Echt HEMA.
Nou niet dus.









vrijdag 18 november 2011

Missen

Wat mis je nou eigenlijk, daadwerkelijk? Ik vraag mij zelfs af wat missen überhaupt inhoudt.
Niets is prettiger om dan gewoon je woordenboek uit de kast te pakken en je de keuze hebt tussen een groot dik woordenboek, of twee kleine, of een oude, of nieuwe uitgave van het Nederlandse woord. Het wordt Prisma, de nieuwe. 
Ik vind het woord opzoeken op de computer handig maar niet fijn. 
Ik houd van die bladzijden door te bladeren. 
Zoveel woorden die je eigenlijk wel allemaal wil lezen maar ik beperk mij meestal tot eentje. 
Soms twee.
Juist niet het woord wat ik zoek maar zo'n woord op de zoektocht ernaar toe, zeg maar. 
Als je ogen langs de woorden turen en het alfabet in je hoofd je vertelt waar je moet stoppen.
Een belevenis.
Daar is mijn woord.
Midlifecrisis. Mijn lot, bestemming of iets dergelijks, juist dit woord te vinden, denk ik even spiritueel maar daar ben ik al gauw vanaf. 
De woordbetekenis liegt er niet om, trouwens. 
" Periode midden in het leven waarin je twijfelt aan het nut van wat men heeft bereikt", luidt de betekenis.
Zo.
Waar het midden van je leven ligt is moeilijk te bepalen als je niet weet waar het einde ligt, wil ik even kanttekenen. 
Een quotiënt maar zonder deling of juist een ondoorzichtige manier, die nog niet is uitgevonden om je leeftijd in te schatten wanneer het afgelopen is met de pret.
Even hypothetisch gesteld, stel je hebt het erg moeilijk op je dertigste, een midlifecrisis. Zeg, dat is je quotiënt. Dan is je houdbaarheidsdatum zestig? 
Gekkigheid.
Ik dwaal af en voor ik het weet mis ik mijn woord.
Missen.
De eerste drie letters blijken erg populair te zijn. Er is heel wat mis, dat merk je gelijk.
Missen, de betekenis luidt,
het niet halen;
niet treffen;
afstaan;
niet hebben;
het ontbreken voelen;
zonder iets zijn;
verkeerd uitkomen.
Tjee.
Iedere betekenis kan ik associëren met een iets, mens of ding.
En vervolgens, erg en vervelend.
Het is geen leuk woord, daar twijfel ik niet meer aan.
Martin Bril, de grootste verhalenschrijver (vind ik) zei en ik citeer,  
'Je mist meer dan je meemaakt. Helemaal niet erg'.
Missen doet niet aan een midlifecrisis.
Het woord , "missen" te verklaren heb ik ook weer meegemaakt.
Nuttig, zou mijn moeder zeggen.





































woensdag 9 november 2011

Herfst

Het zonnetje schijnt vandaag en dat maakt de mens blij.
Er liggen honderd duizend bladeren op de straat en ik fiets. Ik denk terug aan het kinderliedje - herfst, herfst, wat heb je te koop-. Voor de kenners onder ons is de volgende zin, -honderd duizend bladeren op een hoop-. 
Leuk liedje over de mooie herfst.
Ik fiets naar de stad en loop een winkel in.
'Jij loopt ook slecht,' hoor ik ineens. Ik kijk om.
En soms, gelukkig heel soms, kom je iemand tegen die je nooit wilt tegenkomen. 
Laat staan er mee praten.Voor mij stond de vrouw, waar dit geheel van toepassing op is. 
Mijn hemel, denk ik.
'Hoe is het met je,' volgt erna, maar daar heeft ze eigenlijk geen interesse in want voor ik het weet, ben ik op de hoogte van haar verse kleinzoon van zeven dagen die in een babykamer ligt met alle boeken van Nijntje en van Jip en Janneke. 
'Ja,' zegt ze, 'dat is allemaal al klaar, alles is in orde.' Over de borstvoeding, haar dochter van wie het kind is en of ik wel weet wat ze is geworden.
Om vervolgens haar beroep, de werktijden, de man, met wie dochter is getrouwd en wat hij doet en hoe zij, als oma gaat oppassen en het kind blijft wel thuis omdat het beter is. 
Over haar seksleven heeft ze het nog net niet.
Gelukkig maar.
Behalve dan een ja uit mijn mond, als ik er überhaupt tussendoor kom, komt er geen geluid meer uit mijn strot. Mijn mond stond vast open.
Maar dan.
Het vragenvuur begint.
Of ik ziek ben.
Of ik nog werk.
Of ik oma ben.
Hoe oud ben jij eigenlijk?
Zij was al 60.
Ja, zeker.
Of ik katholiek ben, notabene, want zij is het wel. 
'Och,' zegt ze nog, als ik nee schud, want meer kan ik niet doen, kijkt ze mij aan alsof ik aan de Goden ben overgeleverd.
Haar man valt uit elkaar, vertelt ze vervolgens en is niet goed, ze verzorgt hem maar ja, dat was vroeger haar beroep, gezinsverzorger, en dus gaat het haar gemakkelijk af. 
Maar als hij dood gaat, vermeld ze nog even ter informatie, hoeft ze geen nieuwe, nog even voor de duidelijkheid.
Ik knik.
Ze doet waar ze zin in heeft, deelt ze mede, en ja, dat had ik inmiddels door.
Ik knik en knik en schud ja en nee.
Hoe kom ik van jou af, bedenk ik mij. Ik ben daar niet zo'n ster in en ik kan ook niets verzinnen als zij doorpraat.
Ik vermijd haar al jaren. Ik ken deze vrouw al een tijdje en ooit zaten onze kinderen bij elkaar in een klas. Had ik maar nooit aan dat herfst kinderliedje gedacht, het lijkt wel of ik de Goden hebt verzocht om haar tegen te komen. Omdat ik niet katholiek ben, heb ik nu begrepen, dan kan het mis gaan.
Toevallig heeft mijn vriendin dezelfde ervaring met deze vrouw. Als we samen op een terras voor onze ontspanning zitten dan duiken we onder de tafel om te vermijden dat ze sowieso al dichterbij komt. 
Kinderachtig maar wel een vorm van zelfbehoud.
Ik zit nu in een verbale stroom van woorden en kom er niet los van. Antwoorden doen er niet toe van mijn kant dus ik probeer een non-verbale tegenaanval, door heel geconcentreerd op mijn horloge te kijken. 'Tjee, zo laat,' roep ik verbaal. Het doet er niet toe. Er is geen reactie of ontvangst van mijn bericht.
Ik ben al naar mijn fiets gelopen, ondertussen, van de winkel naar mijn fiets,  en vreemd maar waar, ik heb het niet eens geregistreerd. 
Je weet niet eens meer wat je doet, zo ver gaat dit.
Dan doe ik mijn fiets van het slot, ook een hint , van -ik ga weg, hoor- maar ach, dat maakt ook niets uit. 
Haar zoon, dat is het volgende hoofdstuk.
Help!
Ik kijk, met de fiets in de hand nog eens dringend op mijn horloge. 'Ik moet echt weg,' schal ik door haar woordenstroom heen, 'medicijnen, hè!.
Zoiets zeg ik nooit, maar ja, je moet wat.
'Medicijnen, moet ik nemen' , zeg ik. Een soort sms-je maar dan in het echt.
Ik loop langzaam weg met mijn fiets.
Een wonder geschiedt.
Ze loopt gewoon mee alsof ik dat heel gezellig vind. 
Maar dat is niet zo,dus.
Dan ga ik tot actie en stap op mijn fiets.
Zo.
Het onvoorspelbare gebeurt, ze rent zelfs naast mijn fiets mee. 
Ik denk aan mijn vriendin. Die van het terras samen. 
Ik ben in nood.
Ik roep haar geestelijke hulp op, via wat dan ook want ik heb haar heel erg nodig.
Maar natuurlijk werkt dat niet en ik ontsnap.
Kom op, denk ik, doe het!
'Daaaag,' roep ik harder dan normaal, ondanks het feit dat ik netjes ben opgevoed.
'Alleen aan je zelf denken, moet je ook doen,' roept ze. ' Dat lijkt egoïstisch maar dat is niet zo, hoor, rent ze roepend mij achterna.
Mijn God.
Ik dank mijn crosstrainer voor mijn sterke benen, en ik spurt weg.
Aan jezelf denken.
Doen.
Gewoon doen.









donderdag 3 november 2011

Denk

Soms word je wakker met zo'n gevoel van -ik ga het anders doen-. 
Je gedachten zijn rijk van nieuwe ingevingen die je je wilt voornemen. 
Zomaar zonder dat de kalender aangeeft dat het 31 december is.
Dus niets moet.
En dat is fijn.
Ik werd al denkend wakker, wat toch een prestatie is na een nachtrust. 
Af en toe ga ik in gesprek met mijzelf, dat heb ik nodig zo af en toe.
Ik noem dat de spiegelbeeld-controle. 
Kijken of je zelfbeeld nog in orde is.
Even praten met jezelf.
Zoiets dus.
Mijn goede voornemens dienen zich al aan.
Bewegen wil ik meer want daar word ik blij van. En gewicht wil ik min 5. Zo. En wat zou ik graag willen lopen, rennen. Maar dat is een ander verhaal. 
Meer luisteren naar een ander en mijzelf is ook zoiets. Soms neig ik teveel aan woorden te hebben zodat een ander niets kan terug zeggen tegen mij. Het is een eigenschap van de familie, meerdere van de Brug-club doen dat. Ik doe er al jaren mijn best voor, maar optimaal lukt het tot nu toe niet.
Ik denk dan ook weer waarom. 
Ik ben huiverig -bang zou teveel zijn om het te noemen- wat de ander wil zeggen tegen mij.
Liever hoor ik dat niet, denk ik. Misschien willen zij mij raken of kwetsen. Of zeggen dat ik iets niet goed doe. Of in het ergste geval helemaal niet deug.
Tja.
Ik zucht er van.
Het zelfbeeld dat ik heb is daarom aan een spiegelbeeld reflectie toe vandaag. Ik denk, dat ik lief ben. En aardig ook. Dat ik moedig ben en een doorzetter. Krachtig. 
Ik kijk mij aan in de spiegel en wacht op een reflectie. 
Misschien heb ik het helemaal mis.
En weet ik niet eens wie ik zelf ben.
De badkamer heb ik gisteren geschilderd en de heldere witte muren zijn in reflectie meewerkend aan mijn heldere zelfbeeld. Bovendien is het plafond ook nieuw en wit dus het is een spirituele ruimte geworden met een heldere spiegel voor het zelfbeeld.
Tja. 
' Spiegelbeeld vertel eens even, ben ik net zo mooi als jij?' zong ons aller Willeke Alberti al jaren geleden.
Maar goed.
Daar sta ik niet voor. 
Even praten met mijzelf.
Denken.
Wat ik wil en niet.
Wat ik kan en niet.
Wat ik durf en niet.
Wie ik ben en niet.
De zon komt op zonder na te denken. 
De maan gaat weg en dacht niet na.
Vogels vliegen zonder na te denken naar hun bestemming.
Ik ga douchen.
En daarna kijk ik in de spiegel.
Zonder na te denken.
Denk ik.