Mijn
tenen zijn vol blaren na al dat lanterfanten in de stad.
Mijn
wimpers kleven aan het onderste ooglid, zandkorrels, mijn tong is een
rauwe lap, ik proef de cacao van gisteren, onder mijn neus, ik wil
het liefste even wroeten in die neusgaten, een aangename vieze fijne
bezigheid.
Molly's
tenen op het kussen wil ik kussen, ik moet plassen als een paard,
eerst mijn ogen openen. Een volledig gevulde blaas, mijn lid staat
als een tentstok, een grappige vorm die het laken omhoog duwt, mijn
bivaktent, mijn domein.
Molly's
hand om de tentstok voelen, ja alstublieft, ik wil eerst mijn ogen
openen, de pis wegpiesen, dan smelten als de cacao in de beker, die
ik zo graag lust, de lust van het lid voelen om te vrijen.
Haar
tenen zoeken mijn oor, ik open mijn zandogen, sluit ze direct. Het
zonlicht valt binnen door die pluche gordijnkier.
Er
ontsnapt zoveel gas uit Molly's bollen, uit dat anusgat, ik ben
genoodzaakt mijn hoofd af te wenden, wil ik deze dag nog gaan
meemaken, ik lik even boven mijn neus waar ik restjes cacao opzoek,
tegelijkertijd wil ik mijn buis van Eustatius behoeden voor
drukverandering, mijn oor leg ik op het kussen, gelukkig heb ik nog
niet in mijn neus gewroet, er zit nog stof en vuil in, een stevige
substantie die assisteert om haar wind niet te ruiken, mijn neus
filtert.
Mijn
hersenpan is nog niet in fruitige staat om goed na te denken, het
knarst, barst, in die pan vol intelligentie, gedurende de dag gebruik
ik graag dit deel van mijn lichaam om te converseren, te oreren, te
proberen mensen tot andere meningen te brengen, hun hersens te
verlengen, mijn woorden te schenken, te wenken en ach, de dialoog te
bedenken.
Nu
aandacht schenken.
Molly
lijkt te ontwaken en wil onmiddelllijk ontbijten, daar kan je gif op
in nemen, ja dat heeft ze al verspreid net. Ik betast haar tenen,
streel haar holte van haar elegante voet, waardoor ze kirt, een
geluid waar ik van houd, een erotische trilling zomaar door genot,
door strelen, door de lust, dat heeft ze weleens verteld.
Een
voorpretje.
Ze
zingt van tiptoe through the tulips. Molly wil naar de tuin
waar de wilgenboom staat; eerst het ontbijt, ik loop op mijn voetbed,
mijn lid wijst naar het watercloset.
Schrijfwedstrijd city2cities 2014; een slotscène schrijven voor Ulysses. Genomineerd en verschenen in de bundel Ja o Ja.