maandag 31 december 2012

Scrabble

Het moest er maar weer eens van komen, dachten we en zodoende was de doos scrabble onder uit de kast gehaald om op kerstavond een spelletje samen te spelen.
Stoffig was de rode doos, versleten door het gebruik, kale randen van de doos waren met plakband verstevigd.
Het was kerstavond, de kaasfondue stond klaar voor zo, de stokbroden waren nog niet gesneden.
'Ik doe niet mee,' zei de een.
'Hoe was het ook weer,' zei de ander.
En zo begonnen we. 
De vier plankjes met het ribbeltje, zodat de letters er niet af glijden, werden neergezet en het speelkarton werd geopend op tafel.
'Zeven letters,' zei de een en hij was de spelregels-man, dat merkte je direct. Ik begon, maakte mijn eerste woord van vier letters en wilde de andere letters toevoegen aan dat woord om nóg een woord te vormen.
'Nee,' klonk er vastberaden uit de mond van de man die de spelregels goed kende, 'zo hoort dat niet.'
Ik wist het.
'Wij hadden altijd onze eigen spelregels,' zei mijn dochter verontschuldigend tegen haar vriend die dus de spelregels wel goed had meegekregen van thuis.
Ik schaamde mij niet. 
Ik kon het weten eigenlijk; ik houd namelijk niet van spelregels en het was nou ook weer niet een losgeslagen zootje vroeger aan de scrabble tafel maar we hadden onze eigen regels, samen uitgevonden. Zeven letters en dan direct doorgaan, de letters opmaken, zolang je maar kon. Woordenboek er naast, dat wel maar creatieve taal werd zeker beloond, als je het woord kon verklaren en het klonk logisch én iedereen begreep het, dan werd het goedgekeurd.
Zo waren onze regels en zo werd het spel gespeeld, vroeger bij ons.
Blije kindergezichtjes toentertijd.
Een lachende mams erbij destijds.
Maar goed.
Het was nu jaren later.
Het echte scrabble werk diende zich aan.
Vier planken, twee teams, twee keer een eenling, een adviseur voor allemaal.
Dit is het spel, zo zijn de regels, werd er streng gezegd.
Het moest dan maar, dacht ik, voor de goede orde.
Zoon was aan de beurt en ik zag hem al glimmen wat verraadde dat er een fantastisch woord op de plank lag.
Op het bord waren al mooie woorden gevormd. 
Een daarvan was het woord 'loods'.
Een goed woord, een goede letterwaarde voor de punten, want ja, dat deden we nu ook. 
Die spelregel punten tellen en waarde van woorden en verdubbeling behoorde ook niet altijd tot de oude spelregels van toen.
Tja, toen.
De letters h-e-u-p werden voorzichtig tegen l-o-o-d-s gelegd.
'Heuploods,' zei hij trots, 'een opslagplaats voor kunstheupen, dat moet bestaan, denk ik,' zei zoon met een ernstig gezicht.
Hij werd bekritiseerd, en ja, ik vond het eigenlijk héél goed, dat woord. Maar dat was nog van "de oude spelregels tijd" en nu werd het niet goedgekeurd.
Het woordenboek heette nu I-phone, en een heuploods bestond niet.
De teleurstelling was groot. 
Ik kon dat begrijpen want zo waren mijn spelregels van destijds ontstaan.
Het bord stond inmiddels vol met mooie woorden.
Ook stond er het woord v-a-t-j-e-s.
Dat werd h-a-n-d-v-a-t-j-e-s door een slimme zet.
Goed gevonden, nietwaar.
Zoon had weer een goede, hij keek tevreden naar zijn plank en plaatste er e-x voor want tenslotte waren oude, niet gebruikte handvatjes toch exhandvatjes, maar nee, dat woord kwam ook niet door de ballotage commissie.
Ach ja.
We roken de kaasfondue en het werd tijd om te gaan eten.
De doos werd ingepakt en de steentjes werden er ingelegd.
Volgend jaar kerst maar weer.
Scrabble.
Toch gezellig.
Scrabble, zelfs met regels en exspelregels.








dinsdag 4 december 2012

Energie van oxxio.

Hij sprak haar aan met, 'zou ik heel eventjes van je tijd mogen gebruik maken?' en zij twijfelde betreft die tijd, smolt toen door zijn ogen en stamelde dus 'ja' en op dat moment geschiedde het.
Ze hoorde hem woorden zeggen, lachen en zag het witte papier met blauwe letters, in zijn hand een pen.
Maar dat was alles.
Verder zag ze niets.
Haar mond was droog geworden en haar groene ogen schitterden.
Een combinatie van spieren en spanning toverden een prachtige glimlach op haar mond.
Ja, ze was getroffen.
Door zijn energie.
Een bliksem leek het.
Un coup de foudre, zo noemde je dat, vertelde haar moeder later.
De man of jongen eigenlijk, die van haar tijd gebruik wilde maken, eventjes maar, daardoor was ze nu helemaal de kluts kwijt.
Ze stond roerloos stil, haar fiets had ze stevig vast en ze wilde nog boodschappen doen, dat was haar plan voor deze middag.
Ze zag zijn witte tanden en herinnerde die reclame van die tandpasta waarvan je tanden witter konden worden, die had hij vast gekocht, dacht ze. 
Die tandpasta moest ze ook zo maar kopen, flitste door haar heen.
'Okee, ik kan je antwoord noteren,' hoorde ze ineens en ze schrok.
Zij wist niet welk antwoord maar zei ja; eigenlijk wilde ze op alles wel ja zeggen nu.
'Dat is een geweldige beslissing en wij zorgen voor de rest,' zei hij en wat haar betreft mocht hij voor alles zorgen, ook die rest.
Maar goed.
Toen kreeg ze het koud, ze stond er al een tijdje.
Het begon ook nog te regenen.
Haar hoofd koelde af en ze voelde een pen in haar hand geduwd. Ze hoorde iets over energie, groen en goedkoop.
Zijn jas was blauw. Letters stonden erop.
O xx io, las ze.
O, dacht ze, xx, wat lief die kusjes.
Io, wat is io?
En toen voelde ze haar energie uit haar lichaam wegvloeien, en weet je, zijn tanden leken ineens een stuk minder wit.
Die blauwe jas met oxxio, een mooie jongen, een lijst en een pen en een enorm charme-offensief stond voor haar.
Ze gaf de pen terug en reed weg.
Ja, ze lachte nog even naar hem en om zich zelf.
Vol energie reed ze naar de supermarkt.
Tandpasta, niet vergeten, dacht ze nog.
Ze straalde.
Leuke jongens op de straat.
xx.