Gisteren
zat ik in de bus en reed naar het station. Het was koud, nat en mei.
De
verwarming blies wat warme lucht in de ruimte, voor iedereen een
beetje. Gedeelde smart is halve smart, heeft de chauffeur vast
gedacht.
Ik
keek uit het raam en zag zo'n bord waar de tijd, en temperatuur op
werd vermeld en zag drie getallen staan, 21.5; ik was even
verward. Die borden zijn ook niet te vertrouwen, dacht ik nog en de
bus reed verder.
Ondanks
mijn winterjas en vest extra, had ik het koud. Mijn benen zochten de
warme lucht op in de bus.
We
stopten bij een halte en een vrouw en een man stapten in.
'Heee,
hallo, wat doe jij hier,' hoorde ik ineens achter mij. Altijd
gezellig om erna de conversatie te gaan volgen. 'Nou, werk,' zei
de ander en snel daarna, 'koud, hé, niet normaal toch. Het is eind
mei, zit je hier met je Uggs aan je poten.'
'Niet
normaal joh! Ben je kleddernat, loop je met je wollen muts op je kop!
Ik eet snert vanavond, bij dit snertweer,' zei de ander lachend.
Ik
dacht aan erwtensoep en werd er een beetje misselijk van, alleen al
bij de gedachte. Zuurkool had ik nog wel liggen in mijn koelkast- er
blijven altijd een worst en zuurkool achter als verstekelingen na de
winterperiode- maar gatsie, in mei zuurkool met worst eten, daar moet ik
toch niet aan denken. Mijn gedachten over wintereten in een prille
zomerse maand botsten, ondanks dat er vandaag niets pril is te voelen
van die zomer.
De
twee praatten iets minder luid verder en langzamerhand was ik bij het
station aangekomen. De trein ging binnen twee minuten dus het was
even haasten, en dan tegelijk er bij denken, niet vallen, niet
vallen. Het lukte deze keer prima, geen klap op de trap, en weldra
zat ik in de trein.
Ik
nestelde mij op de ns-klapstoel.
De
regen sloeg tegen de ruiten en ik zag de koeien in de wei met de kont
in de wind staan. Altijd mooi om te zien.
En dan
komt het moment, dat je denkt aan van alles, wat je net hebt gezien
en gehoord. Koud, 21 mei, regen en dat soort flarden van gedachten.
En hoe het dan toch mogelijk is dat ineens een kwartje valt, dat wat
ik ongeveer 20 minuten geleden op dat bord zag staan, ineens in goede
orde wordt ontvangen. 21.5 is natuurlijk 21 mei en niet de gewenste
temperatuur die ik voor vandaag in mijn gedachte had geprogrammeerd.
Mei, warm, Pinksteren en op een of andere manier wil je het dan warm hebben, zo'n 21.5 graden zou prima zijn.
Mei, warm, Pinksteren en op een of andere manier wil je het dan warm hebben, zo'n 21.5 graden zou prima zijn.
'De
wens is de vader van de gedachte' zegt men weleens; wat ben ik eens
met die uitspraak en hoe kronkelend kunnen je gedachten zijn, waarbij
'zien is geloven' even niet werkt.
Vandaag
is het koud, 12 graden, geen 22.5 graden maar wel 22 mei.
Tot
eind mei geef ik de vader van de gedachte vrij spel.
Misschien wordt het volgende week vrijdag wel 31.5 graden.
Zomaar op 31 mei.
Zomaar op 31 mei.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten