Met plezier lees ik de stukjes van
Odile die zij op haar wordpress site schrijft en zodoende las ik over
het essay en voelde een heel klein vlammetje knetteren. Het stemde
mij rustig tevreden omdat er enigszins iets van warmte werd geproefd,
herinnerend aan de lont van de schrijfvlam die enige maanden geleden
geheel was gedoofd. Geen letter kwam er op papier, geen aantekening
in een boekje, geen tik op mijn toetsenbord. Gedoofd was de
schrijfvlam, verdoofd mijn hart.
Ik kocht een nieuwe MTB ter inspiratie
om woorden te vinden, verhalen te maken.
En belde mijn oom gisteren omdat zijn
vrouw jarig was, toen het heerlijk hard regende.
'Ik zie geen stukjes meer van je,' zei
mijn oom die jarenlang zelf stukjes tekst, zoals hij dat noemde,
schreef voor een blad. 'Het lukt niet meer,' zei ik, het gaat gewoon
niet.' Het was even stil aan de andere kant. Met zijn Rotterdamse
accent vertelde hij mij dat ik dat gevoel moest negeren. En of ik
problemen had die mij in de weg stonden. 'Ik ben onzeker,' was mijn
flauwe antwoord en ik wist het ook niet wat ik anders moest
antwoorden. 'Een impasse, zoiets.' Hij vond het flauwekul. 'Niet
lullen maar poetsen, nee, ja, geen woorden maar daden. Kom op met die
woorden!' hoorde ook bij het advies en ik vatte dat op dat ik de
theorie moest verfrissen, de boeken waarin staat hoe je moet
schrijven, bijvoorbeeld door Stephen King, hij had mij ooit
enthousiast gemaakt met zijn boek “over leven en schrijven”. Van
zijn thrillers houd ik niet trouwens. Ik kijk het liefst om mij heen
en maak een verhaaltje. Geen roman, of Het boek wil ik ooit
schrijven, ik vind een essay en zeker de column het prettigst om te
creƫren.
'Je schreef toch ook op die site,' zei
de oom,' dat vond je zo leuk?' Ik antwoordde bevestigend, en dat ik
ze zomaar in de steek gelaten had. 'Schande,' zei de oom.
En hij wilde mij nog iets vertellen.
Dat ik nu mijzelf in de steek aan het laten was. Mijn passie. Dat ik
mij van niemand iets moest aantrekken. Gewoon moest doen wat ik wilde
doen. En dat was schrijven, nietwaar?
Vanmorgen las ik de woorden van Louis
Stiller, “essays schrijven- het literaire zelfonderzoek”, door.
Op zoek naar de persoonlijke vraag, deel twee.
Er stond een oefening:
Zoek een vraag, een kwestie, een zorg
die al een tijd in je hoofd dwarrelt. Je hoeft nog geen antwoord te
geven.
Liever niet.
Ik ga fietsen. Het is droog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten