vrijdag 16 november 2012

Zakdoek


Er lag een zakdoek op de straat, een lichtblauwe. Gekreukeld, misschien met snot, dat weet ik niet. De zakdoek lag op de stoep voor het bejaardenhuis en het was nog vroeg, een uur of tien. Ik wandelde naar de bakker en mijn neus was koud door de wind.
Wie had hier 's morgens vroeg al gelopen, dacht ik en was misschien verkouden? Of was het iemand die gewoon een zakdoek in zijn zak had voor zijn neus zo af en toe af te vegen?
Wie had de zakdoek verloren, vroeg ik mij af.
Een herenzakdoek lag verlaten op de stoep, groot en vierkant. Het was geen dameszakdoek, dat zag je zo, want die is kleiner, soms rechthoekig, meestal vierkant, maar altijd kleiner dan de herenzakdoek.
Ineens vraag je je dan af waarom die dameszakdoek kleiner is. Hebben, wij dames, kleinere neusjes, zakjes of snotpegeltjes? Beetje raar toch wel.
In ieder geval is de papieren zakdoekfabrikant er niet op ingegaan, gewoon één vast formaat voor de kleenex zakdoek of welk ander merk dan ook.
Maar toch.
Die zakdoek, soms ook wel snotlap genoemd, lag daar eenzaam, verloren op de grond en oprapen doe je zoiets ook weer niet. Het bejaardenhuis met een zakdoek van de straat ingaan en dit aanmelden als gevonden voorwerp gaat te ver.
Dus deed ik dat niet.
Toch, zal de man, van wie de zakdoek is, in zijn zak tasten, als hij een snottebel voelt, een koude neus heeft of in de emotie schiet en zijn tranen wil drogen of slechts als gewoonte zijn zakdoek uit zijn zak wil halen; de man mist, hoe dan ook zijn zakdoek.
Snotverdikkeme, zal hij roepen.
Toch een tegenvaller.
Hij voelt nog in zijn andere zak. En kijkt op de grond.
Maar nee.
Voelt zich ongemakkelijk worden zonder zijn vertrouwde zakdoek en er zit niets anders op dan zijn neus ophalen. Of af te vegen.
En dan denk ik aan wat mijn vader zei -haal op die wekker, snot is lekker-.
Vreemde uitdrukking maar wel eentje van mijn vader.
Dus, voor mij gewoon.
Over mijn vader gesproken, de volgende herinnering, betreffende de zakdoek.
In zijn broekzak zat er altijd ook een. Met zo'n streep aan de zijkant. En wilde hij iets niet vergeten, dan ging er een knoop in, op het hoekje. Dan zag je hem 's avonds met gefronsde wenkbrauwen kijken naar die knoop, waarom die in godsnaam door hem daar, in de loop der dag, erin was geplaatst.
Ach ja.
Ik moet bekennen dat ik hem ook weer gebruik, de katoenen zakdoek, hoewel ook dat pakje kleenex in de tas zwerft.
Maar toch, mijn voorkeur is katoen.
Ik heb er zelfs een paar van vroeger, bewaard in een laatje. Ook eentje die mijn moeder heeft gemaakt van een oud overhemd van mijn vader; dat zou je nu hergebruiken noemen maar dat was gewoon oerhollandse zuinigheid.
-Met die zuinigheid en vlijt,- want juist ja, -daar bouw je huizen mee als kastelen-.
Maar dit terzijde.
Toevallig reed ik, op de fiets, weer langs dat bejaardenhuis, het was nu middag inmiddels.
Ik dacht aan de zakdoek en keek op de stoep.
Weg was die.
En ja hoor, daar liep een man.
Hij snoot zijn neus.
Met een grote katoenen zakdoek.
Snotverdorie, dacht ik en fietste verder en mijn neus was koud.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten