donderdag 17 januari 2013

De zoen


Aan het strand wandel ik en denk aan de kus.
De zoen is de kus. Zilt en zout.
Zo wil ik hem graag.
De wind waait zout op onze lippen, zijn mond wordt vochtig en o god, wat verlang ik naar die zoen, de kus.
De kus is een kristal.
Helder en zout is het vocht wat ik wil proeven.
Nog even en onze de tongen golven samen in één ruimte.
Maar de kus is een kwal, slijmerig, -zacht dat wel- maar geen zilte zoen.
Geen kristallen kus.
Ik vind hem lief, jawel.
En wandel verder langs de kust.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten