Hij
at uit gevouwen karton, pasta van Julia. Hout was dat ding waar hij
mee at, eetgerei voor pasta's en dergelijke.
Zijn
broek at ook mee, dat zag je. Slierten pasta rolden tomatenpaden uit
over zijn witte broek. Zijn vriend lachte.
Lawaai,
plotsklaps, toen ineens hard materiaal van boven naar beneden rolde.
Haar
tas viel.
Twee
meisjes zaten op treden omdat er geen plaats meer was, geen zitplaats
in ieder geval.
Ze
riep om 'jezus' maar die had nu net kerstvakantie.
Haar
computer was ingedeukt en zij riep nog harder, 'jezus' en 'kut.'
Tjeetje.
Hij
at nog steeds Julia's pasta, morste weer.
Huiswaarts
per trein, staand slingerend van rechts naar links schuddend, tegen
elkaar aan, tassen rolden heen en weer.
Naar
buiten kijkend, denkend aan spelletjes van vroeger, zoals geen ja,
geen nee zeggen.
Spelletje
-writer's block- speelde in mijn hoofd.
Gelukkig
gaf dat geen vlekken of vloeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten