dinsdag 27 september 2011

Twee mannen

De jongen hield de hand vast van zijn vader, de hand die hoorde bij een kleurrijke en volledig getatoeëerde arm.
Zij liepen samen.
Zij kwamen uit het ziekenhuis en deelden een bericht, wat zij net hadden gehoord, waarschijnlijk van een arts. Een bericht over iemand die hun dierbaar was en de mannen had geraakt in diep verdriet.
De jongen droeg een afgezakte broek en een t-shirt met tekst en daarmee gaf hij aan dat hij bij een bepaalde groep wilde horen. 
Maar nu hoorde hij bij zijn vader en zijn vader bij hem.
Een getatoeëerde arm en een afgezakte broek, omarmd lopend uit het ziekenhuis. 
Ze lieten elkaar los bij het fietsenrek en de vader liep naar de blauwe damesfiets. 
" Heb je het sleuteltje? ", vroeg de jongen maar de vader had het sleuteltje al uit zijn zak gehaald en stilzwijgend in het slot gestoken. 
" Kunnen we samen op die fiets? ", vroeg de jongen nog maar de vader leek geen woorden meer te kunnen vinden om te antwoorden.
Het verdriet was stil.
De vader had het stuur vast aan zijn ene hand en met de andere hand omklemde hij stevig de hand van de zoon. 
Zij liepen weg.
De kleurrijke arm van de vader probeerde de zoon te troosten, te steunen en te beschermen tegelijk.
'Wij gaan het samen redden' en 'wij zijn sterk' leken zij te zeggen.
Dit moment was om elkaar vast te houden met de pijn die vandaag in een klap hun leven had veranderd.
Gisteren of morgen hoorden er niet bij.
Vandaag hielden ze elkaar vast en hoorden ze bij elkaar.
Misschien na jaren.
Misschien pas voor het eerst.










2 opmerkingen: